Algemene zwemphysiek

In het water heeft alleen het hoofd een gewicht

De problematiek van de zwemphysische eigenschap van de mens laat zich, zoals de basisonderzoekingen van de oprichter van SECUMAR Jost Bernhardt in 1958 heeft uitgewezen, door middel van onderstaande tekening eenvoudig verklaren:

  1. Helemaal onderwater is de mens gewichtloos d.w.z. hij zwemt zelfs met een beetje drijfvermogen. Kleding speelt overigens hierbij bijna geen rol tenzij de kleding zelf drijfvermogen heeft (bijv. Zeilpakken).
  2. Door zwembewegingen of watertrappelen, kan men zichzelf en het hoofd boven water houden. Bij bewusteloos­heid of uitputting kan men het hoofd niet meer hoog houden: hij valt voorover in het water.
  3. Een extra drijfvermogen kan de zwembewegingen vervangen, om het hoofd boven het water te houden. Dit wordt bereikt door een drijfhulpmiddel. Het drijfvermogen rondom het lichaam vooral in de rug en op de buik tilt de mens weliswaar uit het water maar versterkt ook het voor over kiepen. Bij uitputting of bewusteloosheid komt de mens met zijn hoofd onder water. Nu begrijpt u waarschijnlijk ook dat een drijfhulpmiddel geen reddingvest is. Het doel van een drijfhulpmiddel is alleen het ondersteunen van een actieve zwemmer en moet bij het uitoefenen van de watersport de mens helpen. Een actieve reddingsfunctie wordt hier niet verlangd.
  4. Het hoofd veilig boven het water houdt alleen een reddingvest die voor de borst, om de hals en onder de kin een voldoende drijfvolume biedt. Alleen een zodanig vervaardigd drijflichaam beschermt de drenkeling of de bewusteloze tegen het verdrinken. Beslissend voor de prestatie van zo'n PBM (zoals dit heet volgens de Euro-Norm) is de juiste plaats op het lichaam, de juiste verdeling van het drijfvermogen rond om de hals en schouder­partij en voldoende draagkracht (minimaal 100 N). Een reserve aan draagkracht is aan te bevelen. Die nieuwe Euro-Norm klasse indeling is hieraan aan gepast; hoe groter de eisen aan de prestatie onder moeilijke weer- en zee omstandigheden, hoe meer draagkracht er verlangd wordt, hoe stabieler de waterpositie van de drenkeling, hoe groter zijn de overlevingskans.